De coronacrisis heeft nog maar eens bewezen dat de sociale bescherming van kunstenaars en andere cultuurwerkers die met korte contracten werken, te wensen overlaat. Onder het motto Never waste a good crisis, wil federaal minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne werk maken van een hervorming van het “kunstenaarsstatuut”. Le Soir publiceerde op 15 februari een interview met de minister. Ook minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke buigt zich over de kwestie.

Cultuurloket van haar kant, nam het statuut van de cultuurwerker onder de loep en formuleerde een aantal voorstellen op sociaal, arbeidsrechtelijk en fiscaal vlak. We werkten daarvoor samen met oKo (sectorfederatie voor de professionele kunsten) en een aantal experten. 

Waar het "kunstenaarsstatuut" tekort schiet: 

  • Momenteel wordt met het “kunstenaarsstatuut” vooral een reeks speciale regels in de werkloosheidsreglementering bedoeld. In de enge zin houdt het in dat je uitkering bevroren wordt in de eerste periode, dat wil zeggen dat je in de hoogste schijf blijft.  

  • De toegang tot die voordeelregels is niet eenvoudig. Om te beginnen moet je een aantal arbeidsdagen gepresteerd hebben als werknemer, om recht te hebben op een werkloosheidsuitkering. Een jaar later kun je je uitkering behouden, zonder dat ze zakt in de tijd, als je een aantal artistieke of technisch-artistieke arbeidsdagen kunt bewijzen. Voor jongeren is het niet eenvoudig om het vereiste aantal arbeidsdagen bijeen te sparen. Voor ouderen ook niet, want hoe ouder je bent, hoe meer arbeidsdagen je nodig hebt om een uitkering te kunnen krijgen. Bovendien komen prestaties als zelfstandige niet in aanmerking, terwijl veel cultuurwerkers aan de slag zijn als zelfstandige, en zij ook recht hebben op een degelijke sociale bescherming.  

  • Je kunt de voordeelregels ook enkel aanvragen als je werkt als artiest of technicus. Maar zij zijn niet de enige cultuurwerkers die met korte contracten werken en geconfronteerd worden met wisselvallige inkomsten. Denk aan gidsen, curatoren, medewerkers bij evenementen,… 

  • Tussen twee contracten bereiden cultuurwerkers vaak een volgend project voor. Maar als ze een werkloosheidsuitkering genieten, moeten ze in principe beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en ingaan op werkaanbiedingen. Gevolg: de VDAB of Actiris kan hen verplichten werk te zoeken, ook als ze aan een volgend project aan het werken zijn en daar helemaal geen tijd voor hebben. 

Een greep uit de voorstellen van minister Dermagne en van Cultuurloket: 

  • Minister Dermagne denkt eraan de Commissie Kunstenaars meer te betrekken bij het “kunstenaarsstatuut”. In de Commissie is, behalve vertegenwoordigers van de administratie van de sociale zekerheid en de sociale partners, ook de artistieke sector vertegenwoordigd. Daardoor zou het statuut een minder strikt administratieve aangelegenheid kunnen worden, en meer rekening houden met de realiteit op het terrein. 

  • Cultuurloket beveelt aan om afspraken te maken rond correcte vergoedingen voor cultuurwerkers, en dat gedurende de volledige arbeidstijd, inclusief voorbereidingen.  Er is nood aan administratieve vereenvoudiging en stimulansen,  zodat meer directe relaties tot stand komen tussen opdrachtgevers en cultuurwerkers. Omdat koken geld kost, willen we ook nadenken over meer solidariteit binnen de sector, en een verbreding van de basis voor de inning van sociale bijdragen.

Onze nota over het statuut van de cultuurwerker bouwt verder op het gevoerde onderzoek. Ze is een uitnodiging voor een grondig en breed debat. Lees de volledige nota hier:

Laatst gewijzigd: 19/02/2021 - 09:01

Nota: het statuut van cultuurwerkers

Beleidsnota's van de overheid

Laatst gewijzigd: 26/02/2021 - 08:27

Note: le statut du travailleur culturel

Beleidsnota's van de overheid

0