Help je mee met de administratie van een vzw?

Of denk je eraan om met wat vrienden een vzw op te richten? Weet dat de vzw ook onderworpen is aan belastingen. Meestal is de vzw (of stichting) onderworpen aan de zogenaamde rechtspersonenbelasting. In dit artikel leggen we uit wat dit inhoudt en welke organisatievormen er onder vallen.

Wie valt er onder?

Het gaat om een belasting die wordt geheven op rechtspersonen die hun zetel in België hebben, maar die geen onderneming exploiteren of verrichtingen van winstgevende aard stellen. Hieronder lees je daarover meer in detail.

Om uit te zoeken onder welke belasting een vzw valt, moet je drie vragen stellen:

  1. Voert de vzw handels- en/of nijverheidsactiviteiten of verrichtingen van winstgevende aard?
  2. Oefent de vzw een toegelaten bezigheid uit?
  3. Valt de vzw onder een van de wettelijke uitzonderingen?

Ga na onder welke belasting de vzw valt aan de hand van dit schema:

Image
RPB algemeen schema

Exploitatie van onderneming en winstgevende activiteit

"Is er sprake van een exploitatie van een onderneming of een verrichtingen van winstgevende aard?"

We gaan even dieper in op de termen 'exploitatie van een onderneming' en 'verrichtingen van winstgevende aard.

  • Met een exploitatie van een onderneming verwijst men naar iedere “nijverheids- of handelsactiviteit”. Hiermee bedoelt men dat er commerciële activiteiten worden uitgeoefend (handels- en nijverheidsactiviteiten), die voor een natuurlijke persoon een beroepsinkomen zou zijn. 
    Bijvoorbeeld: het organiseren van concerten, het uitbaten van een cafetaria, het verkopen van CD’s … 
     
  • Onder verrichtingen van winstgevende aard vallen:
    • Winstgevende bezigheden met hoofdbedoeling winst te maken. Dit zijn de winstgevende bezigheden die je organiseert met de hoofdbedoeling om winst te maken.
      Bijvoorbeeld: fundraising, wafelenbak …
    • Winstgevende bezigheden met bijkomstige bedoeling winst te maken. Dit zijn de winstgevende bezigheden die je organiseert waarvan de bedoeling is winst te maken, maar deze bedoeling bijkomstig is. Dit wil zeggen dat de winst zal dienen om terug in de rechtspersoon te investeren en op die manier het doel van de rechtspersoon helpen te verwezenlijken.
      Bijvoorbeeld: inkom vragen bij een concert van een harmonie vzw. 

Gevolg

  • Als dit niet het geval is, dan is de rechtspersonenbelasting van toepassing op de vzw.
  • Als dit wel het geval is, moet je overgaan naar “VRAAG 2: Oefent de rechtspersoon een toegelaten bezigheid uit?”.

Toegelaten bezigheid?

Vraag 2: oefent de vzw een toegelaten bezigheid uit? 

Om dit na te gaan moet je drie deelvragen beantwoorden. Als je onder één van de deelvragen valt, heb je te maken met een toegelaten bezigheid.

1.    Zijn je activiteiten alleenstaand of uitzonderlijk?

Een rechtspersoon oefent een toegelaten bezigheid uit als de georganiseerde activiteiten in de eerste plaats slechts alleenstaand of uitzonderlijk voorkomen. Hieronder vallen alle activiteiten die niet zo vaak herhaald worden zodat je zou kunnen zeggen dat ze een bezigheid vormen.

Bijvoorbeeld: sporadische wafelenbak, sporadisch organiseren van eetfeesten, fuiven en evenementen 

2.    Is de activiteit bijkomstig?

Om de bijkomstigheid te beoordelen gaat men twee criteria checken:

  • Verwantheidscriterium

Men zal nagaan of de activiteit noodzakelijk is om het belangeloos doel van de vzw te bereiken.
Bijvoorbeeld: het verkopen van een tijdschrift, het organiseren van fuiven…: is dit noodzakelijk om het belangeloos doel van de vzw te bereiken?

  • Kwantitatief criterium

Hier zal men het belang van de ingezette middelen en personen nagaan.
Men maakt een vergelijking tussen het aantal mensen dat men inzet om de bijkomstige activiteit te organiseren en het aantal mensen dat voor de verwezenlijking van het belangeloos (hoofd)doel van de vzw moet zorgen. Het belangeloos (hoofd)doel is het doel wat in de statuten is omschreven.
Vervolgens maakt men dezelfde vergelijking m.b.t. de ingezette middelen.

3. Is de activiteit al dan niet volgens handelsmethoden gevoerd?

Hiermee bedoelt men de methoden die meestal in het commerciële circuit worden gebruikt. Dit wordt o.a. beoordeeld door te kijken naar een reeks feitelijke gegevens, zoals de reclamevoering, het aantal ingezette mensen, de aard van het cliënteel.

Gevolg

  • Als de rechtspersoon een toegelaten bezigheid uitoefent, dan valt de vzw onder de rechtspersonenbelasting.
  • Als de rechtspersoon geen toegelaten bezigheden uitoefent, dan moet je overgaan naar “VRAAG 3: Valt de vzw onder een aantal wettelijke uitzonderingen?”

Uitzonderingen

Is je vzw actief binnen een van de onderstaande sectoren? Dan valt die onder de wettelijke uitzonderingen en zal de rechtspersonenbelasting toepasbaar zijn.

  • Belangenverenigingen
  • Onderwijs
  • Gezins- en bejaardenhulp
  • Secretariaten (sociaal en fiscaal)
  • Organisatie beurzen

Verschil met vennootschapsbelasting

Het alternatief voor de rechtspersonenbelasting is de vennootschapsbelasting. Een vzw of stichting valt ofwel onder de rechtspersonenbelasting, ofwel onder de vennootschapsbelasting. Dit onderscheid is belangrijk, want deze belastingen zijn op een andere manier opgebouwd.

Rechtspersonenbelasting

Vennootschapsbelasting

Belast op een (beperkt) aantal inkomsten

Belast op de winst (inkomsten - uitgaven)

Inkomsten worden apart belast

Inkomsten worden samengevoegd

Aparte tarieven

Één tarief

1