Aan de grens van een land of unie, passeer je soms controleposten. De grenspost gaat na of je toegang krijgt tot het grondgebied van dat land of je een visum nodig hebt.

De culturele sector staat bekend om zijn ‘highly mobile workers’. Optredens in het buitenland of samenwerkingen over de grenzen heen. Vroeg of laat kom je in aanraking met een internationale werking. In dit onderdeel kan je meer vinden over verblijfsvergunningen binnen de Europese Unie en de Schengenzone. 

De toegang tot een bepaald land wordt bepaald door de regels rond het verblijfsrecht.

Opgelet

Als je toegang hebt tot een land betekent dat niet automatisch dat je daar ook zomaar mag werken. Daarvoor gelden aparte regels.

Om het verblijfsrecht te begrijpen, kaderen we eerst het Schengenverdrag en de Europese Unie. Heb je de nationaliteit van één van deze gebieden, dan kan je flexibel over de grenzen bewegen en werken. In het andere geval heb je misschien nood aan een visum. 

De Europese Unie

De Europese Unie is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog met samenwerkingen tussen lidstaten. België was één van de eerste lidstaten om toe te treden tot de Europese Economische Gemeenschap (samen met Nederland, Luxemburg, Frankrijk, West-Duitsland en Italië) in 1958. Op basis van dit Verdrag konden werknemers en dienstverleners zich vrij bewegen op het grondgebied van één van deze lidstaten en daar werken. 

De EEG wordt later omgevormd tot de Europese Gemeenschap (EG) en in 1992 tot de Europese Unie (EU). Tal van andere lidstaten treden doorheen de jaren toe. Op dit moment bestaat de EU uit 27 lidstaten.

De lidstaten maken gezamenlijke afspraken over hoe werknemers en ondernemingen in andere lidstaten kunnen werken en verblijven. Bestaande belemmeringen worden zoveel mogelijk ingeperkt. Zo genieten EU-burgers van een vrijheid waar te wonen en werken. Voor EU-burgers gelden de vrijheden van het Europese recht:

  • Vrij verkeer en verblijf van personen (artikel 45 en 49 VWEU)

Werknemers en particulieren hebben toegang tot de arbeidsmarkt van andere lidstaten en kunnen tegen dezelfde voorwaarden werken als de inwoners van die lidstaat. EU-burgers (en hun familieleden) mogen ook vrij reizen binnen het grondgebied van de EU.

Als EU-burger heb je recht om 3 maanden op het grondgebied van een andere lidstaat te verblijven met enkel een paspoort of ID. Bij een verblijf van meer dan 3 maanden, dien je je meestal te registreren in het gastland en over voldoende bestaansmiddelen te beschikken zodat je niet afhankelijk wordt van het gastland. 

Om te reizen naar een ander EU-land volstaat een identiteitskaart.

  • Vrij verkeer van diensten (artikel 56 VWEU)

Een werkgever of een zelfstandige moet op gelijke voet kunnen deelnemen aan het economisch verkeer van een lidstaat, maw. moet vrij over de grenzen diensten kunnen verrichten. In 2006 werd de Dienstenrichtlijn ingevoerd die een rechtskader biedt om dit recht uit te oefenen. Een ander recht dat hieruit vloeit is de mogelijkheid voor werkgevers om een werknemer te detacheren.

  • Vrij verkeer van goederen (artikel 34 VWEU)

Tussen lidstaten van de EU gelden geen douaneverplichtingen. De lidstaten hanteren een gemeenschappelijk buitentarief aan de buitengrenzen voor goederen die binnen de interne markt van de EU worden ingevoerd. Bij vervoer van goederen buiten de EU, kom je in aanraking met de douane.

  • Vrij verkeer van kapitaal (artikel 63 VWEU)

Als laatste worden beperkingen op het verkeer van kapitaal tussen lidstaten zoveel mogelijk vermeden.

Nationaliteit van een EU-lidstaat

Je kan zonder werkvergunning werken als werknemer of zelfstandige binnen de Europese Economische Ruimte (EER) + Zwitserland. De EER bestaat uit alle lidstaten van de EU en IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.

Woon je in een ander EU-land dan waar je werkt, kan dit belangrijke gevolgen hebben voor je sociale zekerheid en belastingen. We raden je aan om je hierbij goed te laten adviseren.

Naast de EU hebben een aantal lidstaten (let op: niet allemaal dezelfde) ook gezamenlijke afspraken gemaakt rond hun visumbeleid binnen de Schengenzone. Het visumbeleid regelt de voorwaarden voor personen met een andere nationaliteit dan deze landen om toegang te krijgen tot het grondgebied. 

De Schengenlanden

In 1985 komen 5 lidstaten (België, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk) tot het Schengenakkoord. Dit akkoord trad in werking in 1995 en omvat vandaag de dag volgende principes:

  • Ontstaan van een EU-burgerschap. Een EU-burger hoeft enkel een ID of een paspoort te tonen om toelating te krijgen tot het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie.
  • Afschaffing van controle van personen aan de grenzen. Inwoners van de Schengenlanden kunnen zich vrij bewegen binnen het territorium van deze landen. Landen binnen de Schengencode mogen tijdelijk opnieuw controles invoeren aan de binnengrenzen in geval van ernstige bedreiging van de openbare orde of nationale veiligheid van een land (bijv. tijdens de coronacrisis).
  • Een gemeenschappelijk visumbeleid wordt ingevoerd in het Schengengebied voor personen van buiten de EU die zich tijdelijk (kort verblijf) op het Schengengebied willen begeven. Eén visum kort verblijf voor het hele Schengengebied: visum type C.
  • Oprichting van een Schengen-Informatiesysteem waarin gegevens van criminelen of personen die een gevaar vormen voor de openbare orde worden opgenomen. Politiekorpsen ondersteunen elkaar bij het opsporen en voorkomen van misdrijven.

Binnen het gemeenschappelijk visumbeleid gelden de volgende regels:

  • Personen uit Schengenlanden (en uit landen zonder visumplicht) reizen vrij binnen het Schengengebied.
  • Personen van visumplichtige landen vragen een visum aan bij een van de Schengenlanden om toegang te krijgen tot het volledige Schengengebied. Een aanvraag doe je best in het land waar je het langst zal verblijven.
  • Beschik je over een Schengenvisum, dan mag je vrij reizen binnen de hele Schengenzone.

Naast het visumbeleid maken de Schengenlanden gezamenlijke afspraken over het asielbeleid en de samenwerking tussen politie en justitie. 

Op dit moment hebben 27 landen het Schengenverdrag ondertekend:

  • België
  • Denemarken
  • Duitsland
  • Estland
  • Finland
  • Frankrijk
  • Griekenland
  • Hongarije
  • Italië
  • Kroatië
  • Letland
  • Liechtenstein
  • Litouwen
  • Luxemburg
  • Malta
  • Nederland
  • Noorwegen
  • Oostenrijk
  • Polen
  • Portugal
  • Slovenië
  • Slowakije
  • Spanje
  • Tsjechië
  • IJsland
  • Zweden
  • Zwitserland

Ierland, Bulgarije, Roemenië en Cyprus maken geen deel uit van het Schengengebied maar behoren wel tot de Europese Unie. Deze landen hebben een eigen visumbeleid maar kunnen zich beroepen op de vrijheden die gelden binnen de EU.

    Visum kort verblijf

    Heb je geen nationaliteit van een Schengenland of van een land van de EU? En kom je voor een korte periode (< 90 dagen) naar België? Dan kijk je na of je een visum kort verblijf nodig hebt. Meer info over het aanvragen van een visum kort verblijf vind je onder 'visumaanvragen voor culturele activiteiten'.

    Meer weten?

    Pearle omschrijft in haar The Ultimate Cookbook for cultural managers handige info over verblijfsvergunningen in de EU en Schengen.

    Your Europe Advice is een juridische onafhankelijke adviesdienst van de EU die gratis advies verleent over je rechten op basis van de Europese wetgeving.

    Zit je ergens in een lidstaat met moeilijkheden met een overheidsinstantie? Solvit kan je (gratis) helpen om je rechten te laten gelden.

    1