Net zoals de auteursrechten trachten de naburige rechten vaak economische zwakkere persoon of partij zijn of haar onderhandelingspositie te verstevigen. 

De wetgeving wijst deze bescherming, wanneer voldaan is aan de voorwaarden, toe aan vijf categorieën van rechthebbenden: 

  • De uitvoerende kunstenaars 
  • De producenten van fonogrammen en films 
  • Omroeporganisaties
  • Uitgevers van online perspublicaties
  • Producenten van databanken (hier staan we verder niet bij stil) 

De uitvoerende kunstenaar

Er is geen definitie terug van een ‘uitvoerende kunstenaar’ in de Belgische wetgeving, maar in het algemeen zal een uitvoerende kunstenaar de fysieke persoon zijn die (al dan niet auteursrechtelijk beschermde) werken vertolkt, opvoert of uitvoert (acteurs, zangers, musici, dansers en andere personen die acteren, zingen, reciteren, declameren, spelen of anderszins werken van letterkunde of kunst uitvoeren). 

Gemeenschappelijk kenmerk hierbij is dat de prestatie hoorbaar en/of zichtbaar is. Ook de dirigent, de koorleider, de toneelregisseur en variété- en circusartiesten (poppenspelers, clowns, acrobaten, buiksprekers, goochelaars, uitvoerders van folklore...) als uitvoerende kunstenaars beschouwd.

De wet voegt er ook aan toe dat ‘aanvullende kunstenaars die volgens de beroepsgebruiken als dusdanig zijn erkend’ (zoals bijvoorbeeld figuranten in een film), niet als uitvoerende kunstenaars worden beschouwd. 
  
Ook technische, sportieve en informatieve prestaties worden uitgesloten van bescherming. De prestaties van een cameraman, geluidsman, voetbalspelers of mannequins worden dus niet beschermd via de naburige rechten. 

De uitvoerende kunstenaar is oorspronkelijk de fysieke (natuurlijke) persoon die de ‘artistieke prestatie’ uitvoert. Een prestatie van een uitvoerende kunstenaar kan immers niet los van een fysieke persoon worden gezien. De rechten waarover een uitvoerende kunstenaar beschikt, behoren bijvoorbeeld niet toe aan een artistieke formatie, maar aan de individuele leden van deze artistieke formatie. De uitvoerende kunstenaar kan de rechten op zijn prestatie wel overdragen aan de formatie, zoals bv. toneelgezelschap, muziekgroep… 

De producent

De producent is ook houder van naburige rechten. 
  
Er zijn twee categorieën van producenten: 

  • Muziekproducenten zoals platenmaatschappijen, artiesten die geluid in eigen beheer uitbrengen... (in de wet aangeduid als ‘producenten van fonogrammen’). Een ‘fonogram’ is “iedere uitsluitend hoorbare vastlegging van klanken van een uitvoering of van andere klanken”. Het gaat hier dus om het auditieve. Niet alleen personen die een uitvoering van een werk in de zin van het auteursrecht vastleggen (bv. vertolking van een jazzcompositie) maar ook de personen die andere geluiden zoals bv. het geluid van een bronstige stier of andere natuurlijke of achtergrondgeluiden (zelfs het geluid van een voorbijrijdende trein), vastleggen, worden beschermd door de naburige rechten. 
  • Filmproducenten (in het Wetboek aangeduid als ‘producenten van eerste vastleggingen van films’). Een ‘film’ is een audiovisueel werk (cinematografisch, televisie, video, dvd, ...) of een andere audiovisuele vastlegging. Voor de bescherming via de naburige rechten moet het gaan om de eerste vastlegging van het audiovisueel werk.

De producent is de fysieke of rechtspersoon die het risico draagt van de investering, de eindverantwoordelijkheid draagt en eveneens verantwoordelijk is voor de eerste vastlegging van klanken en/of beelden.

De omroeporganisaties

De uitzendingen van omroeporganisaties worden beschermd door de naburige rechten. De bescherming is niet enkel van toepassing op de uitzending van auteursrechtelijk beschermde werken, maar op elke uitzending van geluiden of van beelden en geluiden, ongeacht of zij auteursrechtelijk beschermd zijn.   
  
Een omroeporganisatie is een instelling die televisie- of radioprogramma's verzorgt en onder haar verantwoordelijkheid uitzendt of laat uitzenden. Het gaat dus om organisaties die omroepprogramma’s voorbereiden, samenstellen, uitvoeren en (laten) uitzenden, zoals bijv. VRT, Medialaan (VTM, 2BE, Vitaya,…), SBS... De omroeporganisatie is de natuurlijke of rechtspersoon die in de uitzending geïnvesteerd heeft en de verantwoordelijkheid voor het goed verloop ervan draagt. 
  
Onder het begrip ‘uitzending’ verstaat de Internationale Conventie van Rome “de overdracht langs draadloze weg van klanken of van beelden en klanken voor ontvangst door het publiek”. Het is dus niet het voorwerp van de uitzending (m.a.w. niet het programma), maar wel de uitzending zelf, nl. het signaal waarmee het programma aan het publiek wordt meegedeeld, dat beschermd wordt via de naburige rechten. 

De persuitgevers van perspublicaties

Sinds de nieuwe wetgeving genieten ook in de EU gevestigde persuitgevers van een (beperkter) naburig recht op online perspublicaties. Niet in de EU gevestigde uitgevers kunnen zich hier dus niet op beroepen. 

Perspublicaties zijn “literaire werken van journalistieke aard" die in onder een titel worden uitgegeven, het doel hebben het publiek te informeren over nieuws en andere onderwerpen, en die via een medium gepubliceerd worden en onder de redactionele verantwoordelijkheid van een dienstverlener vallen. Denk hierbij aan kranten of tijdschriften. Wetenschappelijke bladen vallen echter niet onder de bescherming.

1