Niet enkel op je beroepsinkomsten word je belast.

Ook zogenaamde roerende inkomsten worden belast. Maar wat houdt dat in? In dit artikel overlopen we de verschillende types roerende inkomsten. Tot slot leggen we je alles uit over inkomsten die je kan ontvangen voor de overdracht of licentie van auteursrechten en naburige rechten.

Image
PB RI

Soorten roerende inkomsten

  1. Inkomsten uit dividenden
    Bijv. je bent een aandeelhouder in een vennootschap en ontvangt een dividend. Die inkomsten uit dat dividend worden belast door een bevrijdende roerende voorheffing van 30%.
  2. Inkomsten uit intresten
    Bijv. De intresten die je uit een een spaarboekje ontvangt worden in principe belast door een bevrijdende roerende voorheffing van 30%. De eerste schijf van inkomsten (980 euro (AJ2022)) worden vrijgesteld van die belastingen.
  3. Inkomsten uit verhuur van (on)lichamelijke goederen
    Bijv. Je verhuurt toneeldecors, meubilair, royalty’s op concessie van uitvindingen,…Normaal gezien betaal je belastingen op die inkomsten.
  4. Inkomsten vervat in (lijf)rente
    Bijv. De uitbetaling van een bepaald bedrag (rente) als prijs voor een woning, wordt gekoppeld aan het leven van een bepaalde persoon.
  5. Auteursrechten

Inkomsten uit de overdracht of licentie van auteursrechten en naburige rechten vallen onder een gunstig fiscaal regime. Voor meer informatie, lees zeker verder.

Auteursrechten

Wat?

Je kan inkomsten verkrijgen uit die auteursrechten en naburige rechten. Vanaf 1 januari 2023 zijn er een aantal wijzigingen opgetreden in deze fiscale regeling. We overlopen in deze tekst kort hoe de nieuwe regeling werkt. 

Voor wie geldt deze regeling?

Voor zij die een over een kunstwerkattest beschikken of rechthebbende zijn van de auteursrechten of naburige rechten die worden overgedragen (of in licentie gegeven) aan een derde voor mededeling aan het publiek.

Opgelet

Gebeurt de betaling van auteursrechten in het kader van een tewerkstelling? En wil je die vrijstellen van sociale bijdragen? Dan moet je nog extra regels in acht nemen. Daar lees je hier meer over.

Over welke inkomsten gaat het precies?

Het moet gaan om inkomsten uit de overdracht of de verlening van een licentie van auteursrechten en naburige rechten

  • Van werken van letterkunde en kunst (art XI.165) en
  • Prestaties van uitvoerende kunstenaars ( art. XI 205).

Vergoeding voor gedeponeerde werken bij een beheersvennootschap (zoals Sabam, Playright, SACD, Sofam, deAuteurs…) en vergoedingen uit verplichte licenties zoals reprografie vallen ook onder dit fiscale regime.

Plafonds

Voor deze inkomsten bestaat er een kwalificatie tot een vermoeden van roerende inkomsten. Deze vermoeden geldt enkel indien de verhouding tussen de totale vergoeding voor de overdracht/verlening en de totale vergoeding voor de prestatie niet meer dan 70% / 30%  is en niet meer dan 54.070 EUR (inkomsten 2022) of 70.220 EUR (inkomsten 2023) bedraagt. Deze inkomsten worden dan aan 15% belast via roerende voorheffing.

Overgangsregeling voor de verdeelsleutel

Voor de verdeelsleutel is een overgangsregeling uitgewerkt.

  • Voor het inkomstenjaar 2023 is de verhouding maximaal 50% beroepsinkomen -  50% auteursrechten.
  • Voor het inkomstenjaar 2024 wijzigt de verhouding naar min. 60% beroepsinkomen - max. 40% auteursrechten.
  • Voor het inkomstenjaar 2025 wijzigt de verhouding definitief naar min. 70% beroepsinkomen - max. 30% auteursrechten.

De procentuele beperking is een maximumgrens. De vergoeding, en daaraan gekoppeld verhouding prestatie vs auteursrecht, dient nog steeds marktconform te zijn.

Wanneer geen verdeelsleutel?

Wanneer er sprake is van hergebruik of overdracht/licentie zonder opdracht, dan geldt de verdeelsleutel niet en blijft de vergoeding 100% een vergoeding voor auteursrechten.

Hoe wordt het belast? 

De nieuwe regeling geld voor de vanaf 1 januari 2023 voor de betaalde of toegekende inkomsten. We zitten dus met een paar jaar van verschillende regels (rond plafonds, maar ook de toepassing van de grensbedragen). We bekijken in dit stuk wat en hoe je per jaar jouw inkomsten moet aangeven.

Wat met de inkomsten uit 2022?

De inkomsten uit 2022 (Inkomstenjaar) worden in 2023 (aanslagjaar) aangegeven. De oude regeling is nog van kracht. Betekende dat:

Tarief

Het belastingtarief op de inkomsten uit auteursrechten bedraagt 15% voor de inkomstenschijf van 0 tot € 64.070 (2022) of € 70.220 (2023).

Voor de schijf auteursrechten boven dat bedrag kunnen die als een beroepsinkomsten gekwalificeerd worden. Dat hangt af van de vraag of die inkomsten verbonden zijn aan je beroepsactiviteit.

Kostenforfait

De regeling van forfaitaire kosten kan als volgt worden toegepast:

  • 50% op de inkomstenschijf van € 0 tot € 17.090 (tot € 18.720 voor inkomsten van 2023);
  • 25% op de inkomstenschijf van € 17.090 tot € 34.170 (van € 18.720 tot € 37.450 voor inkomsten van 2023).

Wat met de inkomsten uit 2023?

Situatie: Het gaat over inkomsten die in het aanslagjaar 2023 wel onder de voorwaarden vielen van het fiscaal gunstige regime, maar in het inkomstenjaar 2023 buiten de boot vallen. Hoewel ze niet meer voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in art. 17 WIB92, mogen toch nog gebruik maken van een tijdelijk fiscaal gunstig regime.

De volgende regels gelden voor deze inkomsten:

Tarief

Het plafond van 37.500 EUR (niet-geïndexeerd bedrag) wordt verlaagd tot 18.750 EUR (niet-geïndexeerd bedrag). Op dit bedrag wordt 15% roerende voorheffing betaald.

Kostenforfait

  • Het kostenforfait van 50% wordt op de eerste schijf van 5.000 EUR (niet-geïndexeerd bedrag) berekend
  • Het kostenforfait van 25% wordt op de volgende schijf van 5.000 EUR (niet-geïndexeerd bedrag).

Wat met de inkomsten uit 2024?

Het tarief van de personenbelasting hangt af van de vraag of de auteursrechten wel of niet gebruikt worden voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger van de inkomsten.

  • Situatie 1: Je inkomsten worden niet gebruikt in kader van een beroepsactiviteit?

Weet dan dat er geen toepassing is van de opsplitsing prestatie/auteursrechten  (zoals hierboven besproken) en jouw inkomsten worden tegen 15 % belast.

De belasting tegen15 % personenbelasting geldt enkel voor de eerste schijf van (nog te indexeren) 37.500 euro.

  • Situatie 2: De inkomsten worden gebruikt in kader van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid?

Enkel het gedeelte dat binnen de voormelde beperkingen valt (de procentuele en de absolute beperking) wordt  belast tegen 15 %. 

Roerende voorheffing

Het tarief van 15 % wordt beperkt tot het gedeelte dat wettelijk vermoed wordt een roerend inkomen te zijn, terwijl op het hogere gedeelte de gewone regels en tarieven van toepassing zijn (van, naargelang het geval, de RV, de bedrijfsvoorheffing of de voorafbetalingen).

De voormelde 'beheersorganisaties' mogen er volgens de minister "vanuit gaan dat de betrokken inkomsten hun roerend karakter kunnen blijven behouden", ook als de absolute grens van (nog te indexeren) 37.500 EUR overschreden wordt.

Op de eerste schijf tot 37.500 euro (nog te indexeren) is dan 15 % RV verschuldigd; en op het hogere gedeelte het gewoon tarief van de RV, zijnde 30 %.

Kostenforfait

Vanaf aanslagjaar 2024 zal dat kostenforfait maar van toepassing zijn tot de helft van 17.090 euro (nog te indexeren voor aj. 2024).

Daardoor zal vanaf € 8 545 (nog te indexeren voor aj. 2024) een kostenforfait van 25 % van toepassing zijn.

Bijv. Met betrekking tot de kostenforfaits zal een belastingplichtige die op vandaag per jaar € 10 000 auteursrechten ontvangt, dus niet meer voor het volledige bedrag het forfait van 50 % kunnen toepassen, maar slechts tot € 8 545 (na indexatie). Aldus zal het effectieve belastingtarief voor die persoon stijgen van 7,5 % naar 11,25 % (exclusief gemeentebelasting) op het excedent.

Aangifte

De aangifte moet steeds nog gebeuren in de personenbelasting, ook al werd er reeds roerende voorheffing ingehouden.

Meer info

Op onze kennisbank vind je meer informatie over auteursrechten en naburige rechten.

1