Er bestaat geen eenduidige definitie van het begrip “belasting".
Er worden heel wat termen door elkaar gebruikt: taks, belasting, bijdrage, heffing, … Klassiek wordt (volgens het Hof van Cassatie en het Grondwettelijk Hof) volgende definitie van “belasting” gehanteerd:
" De belasting is een heffing die volgens bepaalde regels van het recht (wet, decreet, reglement,…) eenzijdig en verplicht door de overheid wordt opgelegd op de middelen van de personen die op hun grondgebied wonen, of er belangen hebben, om ze voor de diensten van openbaar nut te bestemmen. Bovendien moet de heffing als belasting zijn erkend. ”
Hoe moeten we deze definitie begrijpen en toepassen? Een beetje meer uitleg in onderstaande tabel:
Overheid |
De Staat, gewesten, gemeenschappen, Provincies, Gemeenten,… |
Heffing |
Meestal in geld, maar soms ook mogelijk in natura (bv kunstwerken) |
Volgens regels van het recht |
Er moet steeds een wettelijke basis zijn om een belasting te kunnen opleggen. Dat kan een wet, decreet, reglement,… zijn. Op die manier worden de belastingplichtigen beschermd tegen willekeur (“no taxation without representation”) |
Eenzijdig opgelegd |
Overheid kan eenzijdig een belasting opleggen en “invorderen”. Uit de belasting volgt automatisch het recht om deze ook te innen. Hier moet geen contract voor worden afgesloten met de individuele burgers. |
Verplicht |
Men is verplicht een belasting te betalen. Indien dat niet gebeurt, kan een overheid sancties nemen. |
Personen die op grondgebied wonen of er belangen hebben |
Er moet steeds een band zijn met het grondgebied: bv. een gemeentebelasting met de gemeente, een federale belasting met België,… |
Aangewend voor de financiering van diensten openbaar nut |
Er is geen aanwijsbare individuele bestemming, wel een algemene |
Waarom belastingen?
Door belastingen te heffen, verkrijgt een overheid middelen om haar taak uit te oefenen. Zo kunnen de middelen gebruikt worden voor bv. onderwijs, gezondheidszorg, wegen, veiligheid, enz. Dit noemt men de financiële functie van belastingen. De overheid financiert haar werking met belastingen.
Daarnaast hebben belastingen ook een herverdelende of sociale functie. Zo kunnen hogere inkomens naar lagere inkomens verschoven worden.
Voorbeeld
In de personenbelasting wordt een progressief tarief toegepast: op de hoogste schijven wordt een hoog tarief toegepast (oplopend tot 50%) en op de lage schijven wordt een laag tarief toegepast. En een basisbedrag wordt vrijgesteld van belasting.
Tenslotte kunnen bepaalde belastingen ook het gedrag van mensen sturen. Dit noemt men de regulerende functie.
Voorbeeld
De fiscale voordelen voor bedrijven van de “taxshelter” wanneer er geïnvesteerd wordt in audiovisuele werken en podiumkunsten of de fiscale voordelen voor het pensioensparen in de personenbelasting.